Kaartclub de Hoop

 

SPELREGELS: AMSTERDAMS MET PASSEN

ARTIKEL 1

Wanneer één of meerdere kaarten van het spel aan de voorzijde(zichtbaar medeklaverjassers) kenbaar is of zijn (reclame niet in spiegeldruk), of wanneer hierover twijfel bestaat, moet de wedstrijdleider hiervan in kennis gesteld worden. Deze beslist of er een nieuw spel kaarten noodzakelijk is. (met voorzijde reclame in spiegeldruk).

ARTIKEL 2

 Iedere speler is verplicht bij constatering van onregelmatigheden tijdens het spel de wedstrijdleider bij zich te vragen.Deze zal trachten de onregelmatigheden te herstellen. Deze beslissing is bindend.  Het feit dat de overtredende partij de aandacht op zijn eigen onregelmatigheden heeft gevestigd, beïnvloedt in geen enkel opzicht de rechten van de tegenpartij.                                                        Onder partij wordt verstaan twee spelers.

ARTIKEL 3                                                                                                                                                                                                                              Een speler is niet bevoegd zelf een straf op te leggen of kwijt te schelden. Dit recht komt uitsluitend de wedstrijdleider toe.

ARTIKEL 4

Beide partijen noteren de behaalde punten op de eigen tel lijst.                                                                                                                                       

 Elke speler moet zich ervan overtuigen of na het beëindigen van het behaalde spel, het behaalde aantal punten van beide partijen correct op de tellijst wordt ingevuld. De beide schrijvers zijn verantwoordelijk voor de goede gang van zaken. Onregelmatigheden in deze dienen direct bij de wedstrijdleider te worden gemeld. Roem dient te worden geschreven in cijfers, is dit niet het geval dan is de wedstrijdleider verplicht deze roem in z’n totaal in mindering te brengen.  Roem dient men te melden voordat de slag waarin deze is gevallen gedekt  is. Ook de tegenpartij is bevoegd roem te melden . Indien een spel gespeeld is en er geen roem gemeld is, dan dient het roemvakje op de tellijst te worden voorzien van een diagonale streep over de gehele lengte.

ARTIKEL 5

De allereerste gever in een ronde is de speler na de laatste schrijver. (Volgens wijzers van de klok).  De gever schudt de kaarten minimaal drie keer. De tegenpartij is verplicht minimaal drie kaarten af te nemen. Daarna deelt hij de kaarten 3-2-3.  Hij begint met delen bij de speler links van hem, zijnde de eerste speler.   Alleen de eerste speler is het toegestaan om zijn kaarten te bekijken.  Speelt hij, dan pas mogen de overige spelers hun kaarten bekijken.  Pas als de speler de troef heeft bepaald mogen de overige spelers hun kaarten bekijken. (Bij het spelen met verplicht spelen)    Elke speler dient er op toe te zien dat deze 8 kaarten krijgt, mocht hij in het verloop van het spel, niet meer het juiste aantal kaarten in de hand hebben, dan wordt artikel 13 toegepast.

ARTIKEL 6

De eerste speler mag slechts mededelen: “ Ik speel “of “Ik pas”.   Bij “ Ik speel “ dient de troefkleur bekend gemaakt te worden.  Elke andere uitdrukking of mededeling is verboden. Bij het niet nakomen van de gestelde regel is de wedstrijdleider verplicht de overtredende partij een waarschuwing te geven. Bij herhaling is de wedstrijdleider verplicht de overtredende partij van verdere deelname uit te sluiten

ARTIKEL 7                                                                                                                                                                                                                      Wanneer de eerste speler past, dan mag de tweede speler zijn kaarten opnemen en mededelen of hij/zij “speelt of past. Past ook de tweede speler, dan is de beurt aan de derde speler, past ook de derde speler, dan is ten slotte de vierde speler aan de beurt. Iedere speler die past legt zijn kaarten weer gedekt op tafel.

ARTIKEL 8                                                                                                                                                                                                                       Wanneer alle spelers hebben gepast is de eerste speler na de gever verplicht tot spelen. Hij/Zij doet dit met vermelding van de troefkleur.  In alle gevallen komt de speler na de gever als eerste uit.

ARTIKEL 9                                                                                                                                                                                                                      Wanneer de speler eenmaal troef heeft gemaakt en zich in de kleur te hebben vergist, dan kan hij dit meer herstellen.                               De kleur die het eerste genoemd is blijft de troefkleur.

ARTIKEL 10                                                                                                                                                                                                                              De speler die aan de beurt is om te spelen, mag niet te lang wachten.    Wachten kan een ongeoorloofde inlichting inhouden.                  De tegenpartij kan de speler vragen een besluit te nemen.  Bij herhaling dient de wedstijdleider hiervan in kennis gesteld te worden.

ARTIKEL 11                                                                                                                                                                                                                       Wordt voor de beurt uitgekomen, dan wordt de getoonde kaart een strafkaart, die open op tafel moet blijven liggen.Wanneer de gestrafte speler aan de beurt is, moet de speler links van de gestrafte speler zeggen of de strafkaart moet worden bijgespeeld of worden voorgespeeld.Als het bijspelen een eventuele verzaking tot gevolg zou hebben dan mag de strafkaart niet worden bijgespeeld. De gestrafte speler maakt dan bekend dat dit de laatste van die kleur is.

ARTIKEL 12                                                                                                                                                                                                                             Bij een voorgespeelde kleur moet, indien aanwezig een kaart van dezelfde kleur bijgespeeld worden. Heeft de tegenpartij deze kleur niet, dan moet er indien mogelijk ingetroefd worden. Is door een voorafgaande speler de gevraagde kleur ingetroefd, dan moet men indien mogelijk overtroeven indien men de gevraagde kleur niet heeft. Is de slag van de partner dan hoeft men niet in-of oever te troeven.(Dit is wel toegestaan). Is de voorgespeelde kleur de troefkleur, dan moet men altijd overtroeven, kan dat niet dan pas ondertroeven.

ARTIKEL 13                                                                                                                                                                                                                            Een speler die wel in bezit is van een kaart in dezelfde kleur als voorgespeelde kleur, en deze niet bijspeelt, heeft verzaakt.Dit geldt ook voor het onterecht ondertroeven. Bij constateren van verzaken voordat de slag gedekt is, is herstel mogelijk maar wordt de getoonde kaart een strafkaart. Artikel 11 is dan van overeenkomstige toepassing. Is de slag gedekt dan wordt het spel gestaakt.

Bij het z.g. koppelkaarten is de straf op dit verzaken: 0 punten voor de verzakende partij en 162 punten plus 100 extra punten, plus de op dat moment geschreven roem, tot het moment van verzaken, van beide partijen, voor de tegenpartij.                                                      Het spel wordt indien dit niet het laatste betreft vervolgd met de volgende gever en speler.                                                                               Bij individueel kaarten wordt slechts de verzaker gestraft. Deze krijgt aan het einde van de partij 162 punten in mindering.                      Het spel waarin verzaakt is wordt overgespeeld.

ARTIKEL 14                                                                                                                                                                                                                     Wanneer één of beide spelers de tegenpartij beschuldigd van verzaken dient onmiddellijk de wedstrijdleider hiervan in kennis te worden gesteld.  Bij onjuiste constatering zal hij overeenkomstig artikel 13 handelen, met dien verstande dat de partij van onjuiste constatering deze straf krijgt opgelegd. De wedstrijdleider is verplicht bij herhaald verzaken door dezelfde speler, deze van verdere deelneming uit te sluiten.  Hij zorgt voor een vervanger van deze persoon.

ARTIKEL 15                                                                                                                                                                                                                              De spelende partij dient minimaal 162:2 + 1 = 82 punten te behalen, indien geen roem is gemeld. Is er wel roem gemeld, dan dient de spelende partij minimaal 2 punten meer te behalen dan de tegenpartij.

ARTIKEL 16                                                                                                                                                                                                                        Indien de spelende partij niet aan het bepaalde in artikel 15 voldoet, dan is zij de verliezende partij. De verliezende partij krijgt 0 punten. De tegenpartij krijgt 162 punten, vermeerderd met de door de beide partijen gemaakte roem.

ARTIKEL 17                                                                                                                                                                                                               Uitsluitend de spelende partij kan in aanmerking komen voor een "Mars”, “Pit”, “Pan”, (162 punten + 100 roem) wegens het incasseren van alle acht slagen.

ARTIKEL 18                                                                                                                                                                                                                            Het is verboden een spel te beëindigen wanneer minder dan acht slagen gemaakt zijn. Alleen bij verzaken kan het spel eerder gestaakt worden.  Artikel 13 is dan van overeenkomstige toepassing. 

ARTIKEL 19                                                                                                                                                                                                                        Iedere speler heeft het recht tot 1/2 uur na afloop van de wedstrijd de tellijsten in te zien, in het bijzijn van de wedstrijdleider.

ARTIKEL 20                                                                                                               

Iedere speler is verplicht zich aan het spelreglement te houden.Bij eventuele geschillen dient de wedstrijdleider te worden geraadpleegd.De beslissingen van de wedstrijdleider zijn bindend en niet voor beroep vatbaar.

ARTIKEL 21                                                                                                                                                                                                                            Zijn er afwijkende bepalingen niet voorkomende in het spelreglement dan is de wedstrijdleider gehouden dit van tevoren bekend te maken, opdat iedere speler daarvan kennis kan nemen.

ARTIKEL 22                                                                                                                                                                                                             Wedstrijdleiders dienen te handelen overeenkomstig het hier opgestelde Reglement en spelregels. 

ARTIKEL 23                                                                                                                                                                                                                               In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de wedstrijdleider.